dinsdag 18 maart 2014

Spelles, thema Piraten

Doelstelling:
  • Ruimtelijke oriëntatie.
  • Samenspel/plezier
  • Kritisch luisteren en woordenschat (bakboord, stuurboord, het ruim)
  • Hoeveelheidbegrip (veel/weinig getikt, hoeveel goudblokken zijn er weg hoeveel liggen er nu nog?) 
Inleiding:
  • Op het geluid/ritme van de trom rennen de kinderen in het rond. In het midden van het lokaal liggen 2 matten. Roept de leerkracht: 'Bakboord', dan gaan alle kinderen zo snel mogelijk naar de linkerkant van het lokaal. Roept de leerkracht: 'Stuurboord', dan rennen ze allemaal naar rechts. Roept de leerkracht: 'Het ruim', dan gaan de kinderen zo snel mogelijk op de mat zitten. 
Kern:
  • Schepen beroven. Eén piraat zit op zijn schip (mat in het midden van het lokaal) en ligt te slapen. Om hem heen varen allemaal schepen. Opeens wordt de piraat wakker en probeert de schepen te tikken. Die kunnen een vrijplaats kiezen achter de lijn. Als ze getikt zijn gaan ze op de mat zitten. 
  • Zang/dansspel: Schip moet zeilen, scheepje ligt aan wal. Zie liedjeskist. 
Afsluiting:
  • Een piraat ligt op zijn boot een dutje te doen. Vijf goudstukken (blokken) liggen om hem heen. Andere kinderen zitten in een kring of op een rij. Op teken van de leerkracht mag één kind (of 2, 3, 4, 5 kinderen) een goudblok stelen. De piraat moet raden hoeveel goudblokken er zijn gestolen. 

Volgorde afbeeldingen: Inleiding, kern en afsluiting.



Geen opmerkingen: