Op dit moment heb ik jongste kleuters en dan is het eerste couplet voldoende om aan te leren. Ik zing het liedje een paar keer in de klas. Dit doe ik tijdens het omkleden als we naar gym gaan. Dit doe ik een keertje tijdens de goedemorgen kring. Ik zing het liedje een keertje tijdens het fruit eten.
Als ik de kinderen het lied dan echt wil aanleren dan zijn ze er al wat mee bekend.
De muziekles:
Vragen waar het liedje over gaat. Tussen de antwoorden door zing ik het liedje nogmaals.
- Waar gaat het liedje over?
- Heb je ook weleens hoofdpijn of buikpijn?
- Heb je ook weleens ergens anders pijn?
- Ben je al eens bij een dokter geweest?
- Wat doet de dokter dan?
- Wat kun je doen om weer beter te worden?
Het lied zingen.
- Dan gaan we met de hele groep het liedje zingen en bedenken er bewegingen bij. Laat de kinderen staan.
Ritmekaarten
- Maak ritmekaarten van spuit of pil of bed, verband of pleister of dokter, thermometer of stethoscoop.
- Laat de kinderen het ritme klappen.
- Geef elke kaart een eigen geluid/instrument en laat de kinderen het geluid maken als de kaart aangewezen wordt.
- Laat het ritme horen en laat de kinderen naar de juiste ritmekaart lopen.
Muziek luisteren
- Leg instrumenten op tafel neer en vraag aan de kinderen of ze muziek kunnen maken en dat je dan aan de muziek kunt horen dat je ziek bent. Bespreek met de kinderen hoe je dat kan laten horen.
- Doe hetzelfde maar geef de kinderen dan de opdracht dat ze moeten laten horen dat je niet ziek bent. Bespreek met de kinderen hoe je dat kan laten horen.
- Dan een spel, laat een kind muziek maken en de andere kinderen moeten luisteren of het 'zieke' muziek is of niet.
Tekst van de muziek:
Ik ben ziek mijn hoofd doet pijn, ik moet naar de dokter wat
zou het toch zijn?
Ik ben ziek mijn buik doet pijn, ik moet naar de dokter wat
zou het toch zijn?
Dokter kijk eens even, waarom heb ik zo’n pijn?
Nee het is niet leuk, om ziek te zijn.
Ik ben ziek mijn keel doet
pijn, ik moet naar de dokter wat zou het toch zijn?
Ik ben ziek mijn oor doet pijn, ik moet naar de dokter wat
zou het toch zijn?
Dokter stop eens even, wat bent u nu van plan?
Een prik in mijn billen, daar hou ik echt niet van.
Auwwww mijn buik, auwwwww mijn hoofd auwwwww mijn keel, auw,
auw auw auw auw
Auw mijn arm die doet zo’n pijn, ik moet naar de dokter wat
zou het toch zijn?
Auw mijn been die doet zo’n pijn, ik moet naar de dokter wat
zou het toch zijn?
Dokter ho eens even, ik wil geen verband,
En liever ook geen drankje, daar hou ik niet zo van.
Auwwww mijn buik, auwwwww mijn hoofd auwwwww mijn keel, auw,
auw auw auw auw
Ik ben ziek mijn keel doet
pijn, ik moet naar de dokter wat zou het toch zijn?
Ik ben ziek mijn oor doet pijn, ik moet naar de dokter wat
zou het toch zijn?
Dokter stop eens even, wat bent u nu van plan?
Een prik in mijn billen, daar hou ik echt niet van.