Taallesjes bij het thema Sinterklaas.

Taal:

       1. Vertellen het verhaal 'Midden in de nacht'
           Woordenschat: glimmend stukje stof,  dutje, storm, sluipen, vliegen, dakpannen,  ongerust.

Inleidend gesprekje over:

• Wat is glimmend? 
• Hoe doe je een dutje? Kan je ook sluipen? en vliegen? 
• Wanneer ben je ongerust? Hoe voelt dat?
• Wat is storm? Hoe ziet dat eruit? Wat gebeurd er dan?

Afsluitend gesprek:

• Wat kwam Piet doen? 
• Wat zou Piet nu doen? Komt hij nog terug? 
• Hoe voelt Piet zich?

       2. Praatplaat op het SMART Board. 
           Zie les: Pieten op het dak.

       3. Versje In een hoekje van de kelder. 

In een hoekje van de kelder

naast een grote pepernotenberg

zit een heel klein Pietje

en hij snoept en snoept maar...... oh wat erg

Wel honderd pepernoten

stopt hij vlug, vlug in zijn mond.

Zijn buik wordt alsmaar dikker

Pietje, Pietje dat is toch ongezond!

Straks kan je niet meer klimmen

Het is je eigen schuld

Omdat jij in plaats van zakjes

Steeds je eigen buikje vult. 

Versje regelmatig opzeggen en samen met de kinderen uitspelen. 

Er is een Pietje die in het midden van de kring zit en lekker pepernoten aan het snoepen is. De Pietjes moeten eerst zelf 10 pepernoten tellen en die mogen ze opeten.  

Andere kinderen zeggen het versje op en doen de bewegingen erbij. 

Andere ideeën die je bij dit versje kunnen: 

• Pepernoten eerlijk verdelen. Hoe doe je dat? 
• Leg 10 pepernoten op een rij. Welke is de eerste. Snoep de eerste op, de laatste, de derde. Hoeveel pepernoten liggen er nu? 
• Waar liggen veel/weinig pepernoten? 

Het is de moeite waard om de pagina met kringactiviteiten van Juf Anke te bekijken. 

Sinterklaas 2013 Groep 1

Rekenen:

       1. Pepernoten in de doosjes.                                                                                                                                Tellen hoeveel moeten erin? Cijfersymbolen, tellen, hoeveelheidsbegrip.

       2. Pepernoten in Sint-hoek en kinderen mogen ze uitdelen. Ieder ... pepernoten.

       3. Zoek a.d.h. van de plattegrond van de klas waar het pakje ligt.                                                      
Link naar de NOTEBOOKLES

                                                                                                                                           
Knutselen:

       1. Sint vouwen

Beweging speellokaal:

• Inl: Trom en als de trom stil is dan krijgen alle Pietjes een opdracht. Op daken klimmen, cadeautje in schoorsteen gooien, hinkelen over de dakrand, over daken kruipen, onder balk door schuiven, etc etc
• Zwarte pietje Boe, boe boe. Zie LMDB
• Overloopspel: Pietjes zijn ondeugend en willen niet de cadeautjes inpakken. HoofdPiet gaat ze tikken. 
• Afsl: Hoeveel Pietjes zitten er achter je? 

Muziek:

• De schimmel is verkouden

Muziek maken met de woodblocks. (paardevoetjes) 

Snel/langzaam

De Sint- speel -kijk en verteltafel.

Vandaag de Sint speel, kijk en vertel tafel gemaakt. De kinderen kunnen met de playmobiel Sint en Pieten spelen maar ook de huizen bouwen op de achtergrond.

Sint Maarten in groep 1

Taal activiteiten:

• Het verhaal naspelen in de kring
• Prentenboek Ik loop met mijn lampion
• Spelletjes met woordkaarten.                                                                                                                Welk woordkaartje heb je in je hand?    Welk woordkaartje bedoel ik?    Verhaaltje rondom een woordkaartje maken.  Zin maken met woordkaartje. Woordkaartjes ook op het SMART Board download de notebookles HIER

Muziek:

• Liedjes zingen
• Deurbel geluiden herkennen (notebookles)    
  
• Tikken met ritmestokjes. Hoeveel snoepjes tel je in de tas?
• Wij kijken vanavond geen tv. 

Knutselen:

• Lampion maken in het platte vlak: Halve maan uit cirkel knippen, dan met stroken de cirkel opvullen. (meet activiteit)

Ontwikkelingsmateriaal:

• Communicatiespel met de woordkaartjes 

Naar voorbeeld van spel op digischool. 

Stempelkaarten gebruikt van kleutergroep.

Spelles:

• Trom; de kinderen rennen,  huppelen of lopen. Is de trom stil dan naar snoep, lied, deurbel of lampion hoek rennen. 
• Vos kom uit je hol. Juffrouw kikkerbil bent u thuis? 
• Volg me
• Overloopspel
• Afsluiting: Dingdong hoeveel kinderen staan er voor de deur? 

Gymles:

• Parcours lopen met lampion aan het stokje. Evenwichtsbalk, om pionnen heen,  door hoepel, 
• Hinkelen, 
• Snoep mikken. 

Thema Dit Ben IK!

Bij jongste kleuters die net op school zijn is het thema DIT BEN IK eigenlijk altijd een succes.

Wat we hebben gedaan in de klas:

Versje:
Dit ben ik en dat ben jij
Ik kijk naar nou en jij naar mij
Ik zie je ogen met puntjes erin
Ik zie je wangen en daaronder je kin
Daar opzij zie ik allebei je ogen
Maar je neus zit recht van voren
Nu even voelen, je haar is zacht
Dat is je mond, waar je mee lacht
Ik zie je tanden mooi op een rij
Steek nu je tong eens uit naar mij
Bron: Juf Janneke pagina: Dit Ben Ik

Liedje die de kinderen gemakkelijk mee kunnen zingen:

De egel

Thema egel.

Beginsituatie: Jongste kleuters

Leergesprekje over egels en aan de orde kan komen:

• Wat eet een egel?
• Wie zijn zijn vijanden?
• Waar woont de egel?
• Hoe ziet een egel eruit?
• De egel houdt een winterslaap
• Egel-opvangcentrum
• 
  

Egeltje kleien:

Liedje aanleren:




Yurls Juf Nellie

Wat hoort bij elkaar?

Gezien bij mijn collega:

De kinderen bespreken de plaatjes en de voorwerpen. Daarna komt de vraag wat bij elkaar past.
Je kunt er nog meer mee doen:

• Geef de helft van de kinderen de kaartjes en de andere helft van de kinderen de voorwerpen. Laat de kinderen rondlopen en elkaar opzoeken (oudste kleuters) 
• De combinaties liggen op tafel, elk kind krijgt een voorwerp of  toebedeeld zonder dat de andere kinderen weten welke hij/zij heeft. Daarna zoeken de kinderen hun eigen combinatie bij elkaar door met elkaar te communiceren. (oudste kleuters) 
• Voorwerpen uitbeelden en andere kinderen raden welke combinatie het is. 

Gymles

Vandaag in het speellokaal hebben we verschillende oefeningen gedaan. Omdat het jongste kleuters zijn heb ik ze vrij laten kiezen bij welke vorm ze wilden spelen. Het springen was veruit favoriet.

Bootje knutselen.

Beginsituatie is een groep jongste kleuters met weinig of geen knip en plak ervaring.

Om de knutselactiviteit te introduceren vertel ik tijdens de kring een verhaal over een meisje die op school een bootje mag knutselen. Tijdens het verhaal komen de vaardigheden aan bod. Zo moet het meisje uit het verhaal op zoek naar de spulletjes die ze klaar moet leggen en bedenkt ze hoe ze te werk zal gaan. Ook vertel ik hoe het meisje tot slot alle spulletjes weer netjes opruimt. Deze activiteiten laat ik ook zien. Aan het eind heb ik een bootje geknutseld en alle spullen weer netjes opgeruimd.

Het is heerlijk om te zien hoe de kleuters dan aan de slag gaan.
Zie het resultaat:

Liedje: Twee handen op de tafel

Een heerlijk beweegliedje voor de jongste kleuters.

Twee handen op de tafel, twee handen in de zij.
Twee handen op de schouders op het het hoofdje allebei.
Nu maken we twee vuisten zo stevig als 't maar kan.
Daar gaan we dan mee trommelen van je rommelebommelebom.
De duimen zijn de dikste de pinken zijn maar klein.
Nu moeten alle handen weer vlug op het ruggetje zijn.
Spreektekst:
Hokus pokus pilates peer, en kijk daar zijn mijn handen weer.

Kleutergroep; homogeen of heterogeen?

Dit jaar heb ik, samen met mijn duo, weer een nieuwe groep van 20 jongste kleuters.

Deze groep zullen we de komende 2 jaar gaan begeleiden totdat ze naar groep 3 gaan. Er zullen tussentijds geen kinderen meer bijkomen. Homogene groepen zie je niet vaak meer in het kleuteronderwijs. Toch ben ik blij dat ze er bij ons op school nog steeds voor hebben gekozen om de groepen homogeen te houden. Een homogene groep houdt nog wel in dat er een leeftijdsverschil van bijna een jaar kan zijn. De oudste kinderen worden al in oktober 5 jaar terwijl de jongste in augustus 4 jaar is geworden. Het verschil tussen jongste kleuters en oudste kleuters vind ik ook erg groot. 

Jongste kleuters hebben heel ander onderwijs nodig dan oudste kleuters. 

Enkele verschillen:

* Taal:

Jongste kleuters hebben sterk behoefte aan huis tuin en keuken verhalen. Kort, simpel en langzaam verteld. 

Oudste kleuters kunnen veel complexere verhalen aan en hebben ook al veel meer belangstelling voor boeken en voorlezen. 

* Ruimtelijk inzicht: 

Jongste kleuters overzien de ruimte nog niet zo goed. Simpele tikspelen als vos kom uit je hol en de reus en de kabouter passen goed bij hen. Het wedstrijd element is nog niet erg belangrijk. 

Oudste kleuters hebben al veel meer ruimtelijk inzicht. Ze letten op de tikker en maken schijnbewegingen. Vrije tikspelen en tikspelen met hindernissen passen bij hen. Het wedstrijdreglement is sterk aanwezig. 

* Hoeveelheden

Jongste kleuters zijn nog erg bezig met tellen en experimenteren met hoeveelheden. 

Oudste kleuters zijn beginnende rekenaars. Ze houden van kleine rekenvraagstukken. 

* Knutselopdrachten

Jongste kleuters zijn bezig met vaardigheden eigen maken als knippen en plakken. 

Oudste kleuters willen een resultaat en zijn al veel meer gericht op het product. 

* Muziek

Jongste kleuters zingen eenvoudige liedjes met een eenvoudige melodie. 

Oudste kleuters kunnen al veel moeilijker teksten aan en ook de melodie kan afwijken van de standaard. 

Ik heb altijd met homogene groepen gewerkt dus ik weet niet anders maar ik wil ook niet anders. Ik zie grote voordelen bij de kringactiviteiten en de spellessen. Deze activiteiten kan ik nu goed laten aansluiten bij de belevingswereld van de groep en ook sluit het beter aan bij hun niveau. Dat is in een heterogene groep toch veel lastiger? In mijn groep met 20 homogene kinderen vind ik het verschil tussen de kinderen al heel groot. De kinderen stimuleer ik dan ook om elkaar daar waar nodig te helpen. 

Ik ben erg benieuwd naar andere meningen over wel of niet homogene groepen. 

Angry Birds bij de kleuters

De kinderen uit mijn klas zijn helemaal weg van Angry Birds, vandaar dat we voor dit thema gekozen hebben.

Ik heb 3 SMART Board lessen gemaakt waar de kinderen tijdens de werkles zelfstandig mee aan de slag kunnen en die we ook in de kring kunnen doen.

De spellen zijn ook te vinden op mijn smartkleuter.yurls.net

Getallenspel:
Is een spel voor de oudste kleuters. Doel is cijfer en hoeveelheid herkenning tot 10-20.
De kinderen tellen de vogels en mogen met een foambal tegen het juiste cijfer aangooien. Is het raak dan gaat het vanzelf naar de volgende opdracht.

Gezelschapsspel:
Elk kind heeft een eigen bladzijde in notebook met daarop zijn/haar vogels. Ze mogen hun eigen naam erbij schrijven en bij elke vogel een cijfer van 2 tot 12. Dan gaat het spel beginnen. Ieder mag de dobbelstenen laten rollen. Tellen hoeveel erop staat en als jouw getal bij één van de vogels staat dan mag je een kruis door je vogel zetten. Wie heeft als eerste bij alle vogels een kruis staan?

Het memory spel spreekt voor zich.

Heb je geen notebooksofteware? Kijk dan op mijn smartkleuter.yurls.net hoe je de viewer kunt downloaden. Zo kun je toch gebruik maken van deze lessen.

Vragen stellen op verschillende manieren

Wetenschappelijke methode:

1. Stellen van een vraag:
- Als ik dit doe, wat zal er dan gebeuren?
2. Opstellen van de hypothese:
- Ik denk dat......
3. Onderzoeken of de hypotheses klopt.
- Voer het proefje uit a.d.h. van de vragen die je gesteld hebt.
4. Observeren/constateren
- Kijk goed wat er gebeurt.
5. Conclusies trekken
- Klopt je hypothese? Ja of nee? Hoe zou dat kunnen?

Vragen die uitnodigen tot nadenken

1. Hypotheses opstellen
- Wat denk je dat er gaat gebeuren als je dit doet?
2. Vragen vooraf, bv. over de opzet van een onderzoek
- Hoe kun je dat weten? Wat weet je er al over? Hoe ga je het aanpakken?
3. Vragen naar observastie
- Wat gebeurt er nu? Wat zie je precies?
4. Inzicht, waarom gebeuren dingen op een bepaalde manier?
- Hoe denk je dat dat kan? Waarom gebeurt het op die manier?
5. Doorvragen 
- Hoe bedoel je dat?
- Kun je het verder uitleggen?
- Waarom denk je dat?
- Waar kun je het mee vergelijken?

Bron: Rijksuniversiteit Groningen

Dagritmekaarten bij Uk en Puk

Met de dagritmekaarten kunt u elke dag opdelen in kleine stukjes. Hang de kaarten samen met de kinderen in chronologische volgorde op en ze weten precies welke activiteiten er komen en al zijn geweest. Lees meer op de site van Puk & Ko

Storyjumper

Maak een eigen prentenboek met Storyjumper.

Zelfs jongste kleuters kun je met deze tool laten werken.
De kinderen heb ik een klassikale uitleg geven en wat voorbeelden laten zien op het SMART Board.
Daarna heb ik 4 kinderen aan het SMART Board laten werken.
Iedereen mocht een eigen pagina maken en tot slot een zin bedenken die juf er dan bij zou typen.
De kinderen vonden het een erg leuke activiteit en hoe meer kinderen een pagina gingen maken hoe meer mogelijkheden de kinderen ontdekten.

Vervoer

Bij het thema vervoer heb ik drie notebook lessen gemaakt. 

Je kunt ze vinden op mijn SmartKleuter.yurls.net en hier bij de beschrijving. 

Bij de eerste les mogen de kinderen de auto´s verdelen in de parkeervakken. Kind 1 doet een aantal rode auto´s in een parkeervak en kind 2 vult het aan met de blauwe auto. De cijfer-symbolen kunnen erbij geschreven worden. 

Differentiatie: Kind 2 kan eerst met de rug naar het bord staan en kind 1 vertelt dan hoeveel auto´s hij/zij in een parkeervak heeft geplaatst. Zonder te kijken rekent kind 2 uit hoeveel auto's hij dan in een parkeervak moet plaatsen. Daarna controleren of het goed is. 

Download de les auto's tot 10. 

De tweede les is een response les. Deze is bedoeld om met stemkastjes te doen. Maar heb je die niet dan kun je de kinderen ook gekleurde kaartjes geven. Het gaat per slot van rekening om het actief deelnemen. 

Download de response-les auto's tot 10. 

De derde les is een tekenles. De kinderen moeten proberen de fiets zo goed mogelijk na te tekenen. 

Download de fiets-tekenles. 

Vriendjes van 10

Als inleiding van de les kun je het versje van Annie MG Schmidt voorlezen. Doe dit een keer of 3-4.

Het spreekt de kinderen aan als je een pot met zuurtjes op de tafel zet en het versje uitbeeld. Laat de kinderen meedoen door ook de snoepjes neer te leggen of de getallen te noemen. 

Zeven zoete zuurtjes zaten in een fles 
maar ééntje rolde in de goot. Nu zijn er nog maar…
Zes zoete zuurtjes. Daar kwam een heel oud wijf,
die heeft er eentje weggepikt. Toen waren er nog…
Vijf zoete zuurtjes. Toen kwam mijn nicht Marie,
die heeft er twee gekregen. Toen waren er nog…
Drie zoete zuurtjes. Toen kwam de kruidenier,
die bracht voor mij een zuurtje mee. Toen waren er weer….
Vier zoete zuurtjes, en toen kwam tante Mien,
die deed zes zuurtjes in de fles. Toen waren het er….
Nu is het hele flesje leeg. Nou heb ik er geeneen.
Tien zoete zuurtjes. Ik at ze op alleen.

Kern:

Praat me de kinderen over het verdelen van 10 snoepjes. Hoe kun je ze eerlijk verdelen? Hoe zou het nog meer kunnen? De mogelijkheden laten zien en benoemen wie meer heeft en wie minder. 

Blokjes erbij pakken en in tweetallen de blokjes verdelen. Hoe heb je het verdeeld? Uitkomsten op het SMART Board schrijven.

Dan vertel je de kinderen dat er ook een splitsmachine bestaat en laat de splitsmachine op het SMART Board zien. Doe de oefeningen met de kinderen. De kinderen mogen het splitsen meedoen. (in tweetallen met blokjes) Ook 2 kinderen bedienen het SMART Board.  

DOWNLOAD DE NOTEBOOKLES HIER  (gebruik chrome of firefox).

Afsluiting: Vriendjes van 10 op hetSB. 

Doelstelling:
Tellen en getalbegrip, hoeveelheden.

Geïnspireerd door de splitsmachine die ik op de NOT 2013 heb gezien heb ik dit spel gemaakt.

De splitsmachine is te koop bij Stempelfabriek & Jegro

Zeskanten-spel.

Voor de meerpresteerders in mijn klas heb ik een spel gemaakt waar ze steeds een level hoger kunnen gaan. (geïnspireerd door HexGame app) Het spel gaat als volgt:
Er zijn een aantal zeskanten en in die zeskanten staat een cijfer. De bedoeling is dat de zeskanten zoveel zijden raken als het cijfer wat in de zeskant staat. Alle zeskanten moeten gebruikt worden en één figuur vormen.
De opdrachten staan op een a-4 papier en de kinderen kunnen ze uitknippen en in een boekje plakken. Door er ook een knip en plak opdracht bij te geven wordt de fijne motoriek ook ontwikkeld.
Doelstellingen:
- Logisch denken
- Fijne motoriek
Maar ook:
- Ruimtelijk inzicht
- Ordenen

Download hier:

• Level 1 t/m 13 in pdf
• Antwoorden level 1 t/m 12 in pdf
• Levels 1 t/m 13 in notebook (SMART Board)

Hexgame app in iTunes

Kralenplank

In vrijwel alle kleutergroepen zijn wel een aantal kralenplanken te vinden. De kinderen spelen graag met dit materiaal. Ik denk omdat het zo veelzijdig is.

Werken met de kralenplank is goed voor de oog-handcoördinatie, de fijne motoriek, de concentratie, creativiteit, en de fantasie. Maar ook reken-doelen en taal-doelen worden gehaald. Denk maar aan bv het tellen van de kralen of het overleggen bij samenwerking met kralenplank.

Wat kun je allemaal met een kralenplank doen?

• Kinderen vinden het heerlijk om de kralenplank vol te leggen. Vooral jongste kleuters kunnen hier lang mee bezig zijn. 
• Een rij leggen. Van links naar rechts. Willekeurige kralen of in één kleur of een patroon maken.
• Vierkant leggen. Willekeurige kralen of in één kleur of een patroon maken.
• Een kruis leggen en de vlakken invullen. Ook hier kan weer rekening gehouden worden met de kleuren en/of patronen. 
• 16 Vierkantjes maken. 
• Zelf een afbeelding bedenken en neerleggen. Direct op de kralenplank of eerst zelf op een papier getekend. 
• Bedenk een gezelschapsspel met de kralenplank. Bijvoorbeeld: gebruik een kleuren-dobbelsteen en een cijfer-dobbelsteen. Gooi met beide dobbelstenen en zie van welke kleur je hoeveel kralen neer moet leggen. Iedereen kan een eigen kralenplank krijgen en zijn eigen kralen neerleggen, of één kralenplank en iedereen krijgt een kleur en welke kleur heeft als eerste een rij vol. etc etc. Wees creatief!
• Ieder een eigen kralenplank en dan samen dezelfde kralenplank maken.  
• Geef de kinderen een zandloper en steeds mag 1 kind een ander kind opdrachten geven om kralen te leggen. Is de zandloper leeg dan wisselen de rollen.
• Kinderen een voorbeeld van een kralenplank laten na leggen. 
• Wees creatief en verzin zelf nog meer opdrachten.

Zelf ben ik wat voorzichtig met het door de kinderen laten na leggen van een voorbeeld. Ik ben bang dat het de creativiteit van de kinderen niet ten goede komt. Want wat is het doel van het na leggen? Kritisch kijken en tellen? Zijn daar geen andere materialen voor die er beter geschikt voor zijn. (puzzels, rekenmateriaal?) 

Het is belangrijk om goed te observeren wat de kinderen met de kralenplank doen. Je kunt dan zo inspringen wanneer dat nodig is en de kinderen de juiste (passende) opdracht geven. 

Prentenboek Nippertje

Nippertje
Het prentenboek Nippertje gaat over een egel die 's ochtends van alles tegen komt en zo op het nippertje de bus haalt en op school komt. Boekje past mooi in het thema tijd. 

Als je het boekje gaat voorlezen zouden dit vragen kunnen zijn die je aan de kinderen kunt stellen.

Inleiding

Vragen die je vooraf kunt stellen:

• Wat doe je allemaal voordat je ’s ochtends naar school gaat?
•  Ben je altijd op tijd op school?
• Moet je moeder of vader weleens tegen je zeggen dat je op moet schieten? Zit je dan te treuzelen en hoe komt dat?
• Je kunt ook een dubbele kring maken en de kinderen aan elkaar laten vertellen wat ze 's ochtends doen. Overeenkomsten en verschillen opzoeken. 

Kern

Tijdens de kern kun je gesprekjes aanknopen over:

• Wat je allemaal tegenkomt onderweg als je naar school gaat
• Hoe je naar school gaat (lopend, fietsend met de auto of bus)
• Hoe voelt dat als je op school komt en het hele plein is al leeg
• Hoe voelt het als je beker losgaat of als er iets mis gaat

Afsluiting

Tot slot kun je het met de kinderen hebben over:

• Wat is het grote probleem van Nippertje? Of heeft Nippertje geen probleem? 
• Wat was heel goed van Nippertje?
• Wat zou meneer Vogel hebben?
• Is het erg om te laat te komen?
• Hoe laat ga jij uit je bed en hoe laat moet je op school zijn? 
• Waar/hoe kun je zien hoe laat het is? 

Verwerking:

·         Strip-tekening maken van 3 plaatjes wat je allemaal doet als jij naar school gaat.

·         Een klok knutselen zodat je kan zien hoe laat het is.

·         Hoge toren maken van blokken (doen wat Nippertje doet)

·         Veters leren strikken

Nippertje kun je ook op de iPad lezen. 

Dagritme

Met de kinderen bespreken wat ze op een dag allemaal doen.

We beginnen met het bekijken van de plaatjes op het SMART Board. De plaatjes benoemen en erover vertellen. Misschien ziet een kind het verband tussen al die plaatjes en gaat dat benoemen.
Daarna gaan we de plaatjes in goede volgorde op het SMART Board plaatsen. De plaatjes heb ik oneindig gedupliceerd.
Ieder kind mag zijn eigen dagritme maken.

Doel van deze les:
* Woordenschat, mondelinge taal
* Besef van ochtend, middag, avond en wat je in die tijd allemaal doet.
* Tijdstip, schooldagen, vrije dagen.
Voor de dagen van de week kunnen we deze website gebruiken.
Voor een digitale klok kunnen we deze website gebruiken.

KLIK HIER VOOR DE LES (gebruik chrome of firefox browser)

Het je geen  notebooksoftware kijk dan even op smartkleuter.yurls.net waar je een viewer kunt downloaden zodat je de les toch kunt bekijken/doen op je digibord.

De les voor de kinderen individueel